Mijn ervaringen met het self-hosted opzetten van Home Assistant

Minder dan een half jaar geleden kocht ik mijn eerste smart home apparaat: een robotstofzuiger. Al snel kwamen daar zienderogen meer apparaten bij. Zo kocht ik een koelkast met Smart Things-ondersteuning, een wasmachine en wasdroger van Haier via het hOn-protocol en bestelde ik onlangs een P1-meter en watermeter van HomeWizard. Daarnaast voorzag ik mijn deurbel en achtertuin van ieder een camera van Reolink. Maar het heeft ook een nadeel: voor de apparaten van verschillende merken, heb je ook verschillende apps nodig. Je bent al gauw een app of vier verder. Kan dat niet anders?

Gratis een Home Assistant virtuele machine starten

Het antwoord: ja, dat kan anders. Als je bent begonnen met het opzetten van je smart home, wil je zoveel mogelijk apparaten op één plek bedienen. Om deze reden is Home Assistant in het leven geroepen. Je kunt deze self-hosted opzetten. Dit betekent dat je zelf de nodige bestanden downloadt, Home Assistant installeert en instelt. Je kunt er ook voor kiezen om een kant-en-klaar apparaat zoals de Home Assistant Green te kopen. Maar het opzetten van zo’n servertje is voor een virtualisatienerd als ik, natuurlijk veel te leuk om niet te doen.

Beginnen bij het begin: je hoeft alleen naar de Home Assistant website te gaan en onder ‘Downloads’ het passende bestand te downloaden. Voor de gratis oplossing, koos ik voor VMWare Player. Dit product is gratis en wordt uitgegeven door Broadcom. VMware heeft al jaren een goede naam als het gaat om virtualisatiesoftware. Op deze manier haal je gratis Home Assistant in huis. Een kwestie van een virtuele machine aanmaken, door het VMDK-bestand te importeren. Daarna kan het feest beginnen.

Portforwarding en instellen, maar!

Laat Home Assistant even tien minuten opstarten en je bent al een heel eind. In VMware Player zette ik het netwerk op ‘Bridged’, zodat Home Assistant automatisch eenzelfde IP-adres uit mijn netwerk via de DHCP-server zou krijgen. Daarna zie je in je console al een IP-adres en poort verschijnen. Surf daar naartoe en doorloop de beginstappen. Zo kun je onder meer je IP-adres vastzetten als je dat wil en een gebruikersnaam en wachtwoord kiezen.

Vervolgens scant Home Assistant automatisch al je apparaten in je netwerk en doet dit programma voorstellen voor verschillende integraties. Meestal dien je even in te loggen bij de leverancier van de integratie. Dat geldt bijvoorbeeld voor Roborock, de fabrikant van mijn robotstofzuiger. Ook andere apparaten zoals Chromecasts, AirPlay en printers worden automatisch herkend. Als je eenmaal een aantal integraties hebt ingesteld, zie je dat de widgets op je beginscherm al aardig worden aangevuld. Heb je een router, dan dien je nog wel even de poorten te forwarden via de instellingen van je router. Zo kun je overal contact maken met je Home Asisstant-server. Pro-tip: heb je een dynamisch IP-adres? Gebruik dan een DNS-provider zoals DynDNS.

NGINX Proxy voor SSL

DynDNS heb je in ieder geval nodig als je een SSL-certificaat wil installeren op Home Assistant. Hiervoor dien je wel eerst de NGINX Proxy te downloaden en in te stellen. Ik besef maar al te goed dat ik in het voordeel ben, met mijn ervaringen in de hostingwereld. Ik kocht voor 17 dollar een SSL-certificaat dat ik vijf jaar vooruit heb betaald. Dat is nog geen 4 dollar per jaar. Deze heb ik geïnstalleerd via SSH en daarna werkte het SSL-certificaat.

Maar wat heb je eraan? Je hebt SSL-certificaten nodig als je push notificaties op je smartphone werkend wil krijgen. Dat is voor mij juist erg belangrijk, want ik wil altijd op de hoogte zijn van wat er thuis gebeurt. Krijg je dat nou niet voor elkaar, dan kun je ook Home Assistant Cloud afnemen. Je betaalt dan wel 7,50 euro per maand bij Nabu Casa. Maar dan is wel alles geregeld. Ik heb dit alles in een middagje werkend gekregen. Ben je dus een beetje een technerd, dan weet je nu hoe je je vrije middag goed kan besteden.

Ontdekken wie ik ben? Lees hier meer over ons.